Interview met Abdulazez Dukhan
Abdulazez Dukhan is altijd druk in de weer. Zijn eerste fotoproject dateert al uit 2016, waar hij foto’s nam van het leven, ook het zijne, in een Grieks vluchtelingenkamp. Ook in België trekt hij zijn plan. De jonge, goedlachse Syriër jongleert met veel balletjes tegelijk: hij studeert binnenkort af in de Computerwetenschappen, exposeerde op eigen houtje met ‘50 Humans’ en ‘Bright Tomorrow’ en vindt tijd om mee te protesteren tegen de genocide door Israël. Wat heeft hij uit al die projecten geleerd? Samen blikken we terug.
Je hebt als jonge fotograaf al veel ondernomen. Heb je het gevoel dat je als fotograaf geëvolueerd bent? Hoe?
Ik leerde veel luisteren. Als documentairefotograaf is dat essentieel. Je luistert naar ervaringen, ontwikkelt een visie op het leven van andere vluchtelingen en hoe het is om naar hier te komen. Het is heel waardevol om zo in de diepte te gaan. Tegelijk werkt inzoomen ook beperkend. Je mist een groter overzicht om te begrijpen wat er speelt voor vluchtelingen, in mijn geval voornamelijk Syriërs.
Omdat de media te weinig inzoomde, heb ik me vaak geërgerd aan de manier waarop ze ons afschilderden en toonden. Neem nu de vluchtelingenkampen in Griekenland anno 2016, waar ik toen leefde, dan was dat inderdaad een situatie waar leed en conflict is. Wat journalisten niet tonen is dat er ook gelach en vreugde is, want mensen passen zich aan, ook aan slechtere omstandigheden. Mijn eerste project in Noord-Griekenland wou dit ook tonen.
In België heb ik bewust geen journalistiek gestudeerd. Geld verdienen met mijn verhaal, dat klopt voor mij niet. En vaak moet je ook compromissen sluiten, want dat is financieel interessanter. Maar toegeven op mijn idee wil ik niet. De genuanceerde realiteit staat op de eerste plek.
Mijn project ’50 Humans’ wou dan ook de werkelijke situatie naar voren brengen. Ik toonde Syriërs die naar België migreerden in 2015-2016. Soms hoor ik van mensen hoe goed ‘al die Syriërs’ geschoold zijn, of geïntegreerd. Dat is ook een soort stereotype. Mijn reeks hamert op de nuance: net zoals Belgen zijn er Syriërs die wel, niet in dit land meedraaien. Het is niet goed of slecht. Dezelfde extreme houding zie ik hier terug in bepaalde politieke kwesties. Dan denk ik: laten we samen even kijken naar het midden.
Heb je je visie op fotografie zelf ontwikkeld? Had je bepaalde invloeden?
Ik heb het mezelf aangeleerd. Dankzij een andere vrijwilliger kreeg ik een fototoestel en begon ik met experimenteren. Duizenden foto’s heb ik genomen. Vaak betrok ik andere meningen om bij te leren.
Mijn oude foto’s in het Griekse tentenkamp vind ik nog steeds fantastisch. Omdat ik daar de dagelijkse handelingen kon vastleggen en deel was van de mensen daar.
Toen ik later de kans kreeg om twee weken te fotograferen in Lesvos, heb ik alvorens foto’s te nemen eerst een week kennis gemaakt met de mensen daar. Dat is cruciaal. Veel beroepsfotografen nemen gewoon een foto, net zoals op sociale media, met als gevolg dat empathie en emoties ontbreken.
Als documentairefotograaf denk ik: als het project je niet heeft veranderd, dan is er iets mis. Op dat punt voel ik me verwant met kunstenaars, die iets tot in de diepte willen begrijpen.
Voor je expo ‘50 humans’ maakte je portretten. Waarom koos je voor dit format als fotograaf? Hoe probeerde je hiermee verhalen over te brengen?
Ik nam geen gewone portretten, maar zocht ook een plek uit waar die mensen zich comfortabel voelen. Bij hen thuis of op het werk bijvoorbeeld.
Ook hier had ik het gevoel dat ik die verhalen moest brengen, omdat de pers haar werk niet doet. Ik heb België zonder enige financiële sponsoring rondgereisd, en waar zijn zij mee bezig? Vluchtelingen komen naar hier, volgen een integratietraject en dan laat de media dit niet zien? En dat allemaal terwijl migratie zo’n belangrijk thema is vandaag.
Ik voel veel verantwoordelijkheid voor mijn projecten. Er zijn mensen gestorven in de reis naar Europa maar ik ben hier geraakt, dus dit is het minste dat ik kan doen.
Kon je met de expo de mensen te bereiken die het meest nood hadden aan een ander perspectief?
Je weet dat je gemakkelijker mensen aantrekt die daarvoor openstaan. Maar soms ontmoette ik ook meer rechtse stemmen. Die vertolkten dan sociale media posts van extreemrechts. Niet onlogisch gezien de advertentiekracht die achter Vlaams Belang zit en het feit dat sommige mensen tot het juiste profiel behoren. Daarop vroeg ik hen of ze migranten kennen die hier sinds 2015 wonen. Echt kennen. Hoogstens krijg je een vage anecdote terug, over een man met niet-witte huidskleur die zijn kauwgom uitspuwt bij de bushalte, dat soort dingen. Alsof witte pubers dat niet doen.
Sommige mensen zijn definitief ten prooi gevallen aan de extreemrechtse propaganda, dus ik mikte vooral op de mensen die in het midden zaten, en als 50 Humans ergens werd vertoond, dan probeerde ik bij de opening altijd het gesprek te openen, zonder taboes.
Verhalen helpen de mensen in het midden om dingen beter te begrijpen. Als ik mijn eigen verhaal vertelde, speelde ik ook al in op vaak voorkomende vragen die niet iedereen durft stellen. Zo heerst het foute idee dat vluchtelingen met al het geld en de voorzieningen gingen lopen dat naar noodlijdende Belgen of Vlamingen zou moeten gaan. Daarop reageer ik altijd dat ik destijds 900 euro kreeg van het OCMW, waarvan 650 euro meteen naar huur ging. Ik had 250 euro over voor energiefacturen, internet, eten en ontspanning.
Je studeert ook computerwetenschappen, is er een verband met je fotografiewerk?
Ik werk ook met Photoshop en digitale kunsten, om mezelf te kunnen uitdrukken. Bovendien helpt het om mijn sociale batterij op te laden na documentairefotografie. Het is fijn om die variatie te hebben.
Het activisme achter mijn foto’s voel ik minder bij de mensen in mijn richting. Soms denk ik dat ze teveel in hun eigen wereld zitten. Nochtans kunnen die mensen ongelofelijke dingen. Ik vind het jammer dat maatschappelijk engagement vooral bij studenten uit de sociale wetenschappen zit. We hebben beide werelden echt nodig.
De IT sector betaalt ook goed, dus dat zou me ook enige financiële onafhankelijkheid geven wanneer ik besluit om bepaalde fotoprojecten wel of niet te doen. Als journalist zou ik niet altijd kunnen kiezen.
Wat vind je van de studentenbezettingen voor Palestina?
Ik was al even op de bezetting op de ULB. Ook bij andere protesten tekende ik present. Het is belangrijk om solidair te zijn met Palestina, maar het voelt dubbel als Syriër. Veel andere belangrijke dingen komen immers niet in het nieuws, over Syrië, maar ook Sudan.
Wat ik soms moeilijk vind aan de protesten zijn momenten waarop mensen hun engagement delen op sociale media. Alsof het meer gaat om het feit dat jij daar bent, dan waarom je daar bent. We moeten de juiste toon bewaren in ons protest: een respectvolle sfeer is belangrijk, maar het mag niet op een plezante kampeertrip lijken.
Ben je van plan meer te doen rond het thema?
Qua vorm zou ik het liefst meer rond videografie willen doen. Thematisch weet ik het nog niet, daar volg ik mijn buikgevoel in. Ik werk binnenkort wel mee aan een reeks die waarschijnlijk ‘unlearning Syria’ zal heten. We tonen een verscheidenheid aan complexe posities van Syriërs. Op die manier bestrijden we vooroordelen of simplismen.