Nicole – Keramiek

Nicole Vangeneugden is creatief zeer veelzijdig. In haar professionele leven was ze aan de slag als boekhoudster. Met wiskunde en paperassen bezig zijn, dat deed ze graag. Haar echte passie vond ze in de keramiek. Daar begon ze reeds mee toen haar man nog leefde. “Mijn grootste fan”, zoals ze steeds zegt. Nicole volgt al zes jaar keramiek. Eerst via workshops, dan met een volwaardige opleiding keramiek aan de avondschool. En dan gebeurt het ondenkbare. Haar man overlijdt vrij plots. Nicole gaat door een verschrikkelijke periode van rouw en pijn. In haar vijfde en laatste jaar keramiek, beslist ze om haar eindwerk rond dit rouwproces te maken. Een rouwproces waar ze nog volop in zit. De jury heeft hier enigszins bedenkingen bij (en kaatst ook haar eerste werken af), maar haar leerkracht steunt haar ten volle en begeleidt haar mee in het volledige proces.

“ik heb moeten vaststellen dat die jury uiteindelijk wel gelijk had. Ik was te zacht, ik durfde mijn grenzen niet verleggen. Vanaf toen ben ik op een andere manier te werk gegaan.

Als ik aan iets begin, dan start ik ook steeds met een planning. Die planning vind ik net zo belangrijk als het werken met mijn handen zelf. Zo kom je niet voor verrassingen te staan. Je bent al zekerder over het eindresultaat. Ik doe dat allemaal liefst op mijzelf. Laat mij maar in mijn denkwereld, hier hoeft niemand te komen. Daar geniet ik van.”

Uiteindelijk maakte ze verschillende keramieken platen van ongeveer 50 op 60 en 8 centimeter dik, die ze bewerkte met haar gehele lichaam. Al haar emoties kon ze hier in kwijt. De platen zijn diepzwart, met witte porseleinen strepen en druppels op.

“Ik heb gewerkt met mijn handen, met mijn ellebogen en met mijn voeten. Met mijn voeten heb ik  in de klei gestaan. Ik heb gestampt, ik heb geklopt,… Mijn frustratie, mijn woede eruit laten komen. Al mijn pijn, boosheid en verdriet geef ik weer in mijn werk. Dat is die zwarte kleur van de platen.

Die witte strepen en druppels, dat is het licht dat terug in mijn leven komt. De herinneringen, dat werd met witte porselein weergegeven op het zwarte.”

(…) “Ben ik nu terug gelukkig? Ja, ik ben terug gelukkig. Ik heb kinderen, ik heb kleinkinderen, ik heb mijn familie. Maar mijn grootste liefde, ja, die is er niet meer. Dus op dat gebied ben ik ongelukkig, maar aan de andere kant ben ik wel gelukkig.”

In haar eindwerk lag er ook een kapotte plaat, maar ook die had een reden.

“Ja, er was één plaat in heel veel stukken, kapot, maar die heeft meegedaan. Want, mijn hart is ook gebroken.”

Nicole koos er ook voor om haar directe omgeving te betrekken bij haar eindwerk. Haar zussen, haar zonen, haar kleinkinderen. Zij maakten uit klei tranen, waarin ze met hun handen knepen en pitsten. In rouw ben je zelden alleen.

“Dat was het teken van: ik heb niet alleen pijn, zij hebben ook pijn.”

Met haar zonen bouwde Nicole na de dood van haar man een intens contact op. Zij ondersteunden hun moeder ook zoveel waar mogelijk. Dat vertaalde ze naar een foto, die ze ook toonde op haar eindwerk:

“Mijn zoon die pakte mij vast met zijn hand en die pitst mij van ‘ALLEZ MAMA’. Echt zo van ‘Mama komaan he!’ en mijn andere zoon heeft dat ook gedaan. (…) Dat vond ik geweldig.”

Met haar eindwerk oogstte ze veel lovende kritieken, maar het maakte ook veel reacties los in haar omgeving. Van vrienden, familie… en de jury.

“Ik geef weer in mijn werk hoe ik mij voel. Maar iemand anders voelt bij dat werk misschien ook iets, maar iets gans anders. Ik ben niet alleen die problemen heeft, of verdriet heeft. Andere mensen mogen iets anders voelen in mijn werk.”

Nu haar eindwerk is afgerond, wil ze nog twee jaar specialisatie volgen waarbij ze zich meer gaat toeleggen op porselein. Maar voor ze dit gaat doen, wil ze nog één ding doen.

“Ik wil nog één plaat maken, hoe ik mij nu voel. Om het af te sluiten, mijn werk. En dat is zwart en ruw, maar met veel meer wit er op.”