Eddy – Oldtimers en uitlaatkleppen
Sinds Eddy’s pensioen kan hij meer tijd vrijmaken voor zijn grote hobby: oldtimers restaureren. Rijklaar maken, opblinken, een ritje mee maken, het maakt Eddy zeer gelukkig.
“Ik ben opgeleid als elektromécanicien en deed dat het werk graag, al waren het vooral de klanten van mijn baas die er blij mee waren. Nu ben ik zelf gelukkig in mijn oldtimer-ateliertje.”
Het was eerder toevallig dat Eddy kennismaakte met zijn passie om aan oude auto’s te sleutelen. De kans stond in de vorm van een oude wagen al meer dan zevenentwintig weg te roesten bij zijn ondertussen overleden schoonmoeder. Zijn interesse was meteen gewekt, maar zijn voltijdse job en de opvoeding van zijn kinderen verhinderden hem er dagenlang mee bezig te zijn. Nu hij met pensioen is, is het zijn grote uitlaatklep.
Het meest trots is hij op de samenwerking met zijn zoon. Zes jaar lang spendeerden ze uren en dagen in de garage om een auto uit 1957 volledig uit elkaar te halen, onderdeel per onderdeel te labelen, schoon te maken en daarna weer opnieuw in elkaar te zetten. Wanneer Eddy dit vertelt, blinken zijn oogjes zo mogelijk nog feller dan de herstelde oldtimer in kwestie.
“Als het zonnetje schijnt, haal ik de wagen graag eens buiten. Helaas moet ik dan geregeld ook gaan tanken, en dan komen er andere klanten van het benzinestation even kijken of wat vragen stellen. Soms maken ze een foto of selfie! Die appreciatie maakt me blij, en op de koop toe mag ik dan ook nog een babbeltje slaan over mijn passie.”
Eddy zou graag zijn kennis en vakmanschap meer met anderen delen. Liefst zo snel mogelijk, want veel kostbare oldtimerkennis ging al verloren en belangrijke onderdelen worden niet meer gemaakt.
“Dan kan je vaak niet anders dan die onderdelen zelf maken, en dan leg je een traject af vol vallen en opstaan. Eens je dat zelfgemaakt onderdeel in de auto plaatst en het dan ook terug werkt, dan word je daar intens gelukkig van. Als we willen blijven genieten van het nostalgische beeld van oldtimers op straat of in films, dan zal die kennis moeten gedeeld worden.”