Patrick – Poppenmaker FroeFroe

Patrick groeide op in een creatieve familie en kwam via zijn broers terecht in de theaterwereld. Al sinds de oprichting van Theater FroeFroe (Antwerps poppentheater sinds 1984) maakt hij de poppen voor de voorstellingen.
“Ik ben de jongste van drie. Mijn twee broers zijn met het theater begonnen en die hebben mij als jonge gast altijd meegenomen. Soms kwamen ze mij zelfs van school afhalen, ik was toen een jaar of twaalf. In het weekend of ’s avonds speelden we dan theater. Later startte ik met het maken van poppen en dat bleek mij wel goed af te gaan. Zo ben ik er eigenlijk gewoon ingerold.
Na mijn studies aan de kunsthumaniora heb ik nog één jaar beeldhouwen gevolgd. Nadien ben ik mijn legerdienst gaan doen, omdat ik eigenlijk nog niet goed wist wat ik wou doen. Na jaren van experimenteren met verschillende soorten jobs, zoals interims in fabrieken en plantenserres, heftruckchauffeur, enzovoort, heb ik beslist om van poppenmaker mijn hoofdberoep te maken. Voordien deed ik dat als bijberoep tussendoor.”
Patrick beperkt zich niet tot het poppen maken alleen. Zo ontwikkelt hij zelf ook voorstellingen, maakt muziek en geeft les.
“Ik geef zowel workshops aan jongeren, als les aan een academie voor volwassenen. Bij zo’n workshop ben je ergens slechts enkele uren te gast. Dat is anders op de academie, daar moet je meedraaien in het schoolse systeem. Ik vind dat wel moeilijker. Nochtans moet ik die structuur mijzelf soms opleggen, bijvoorbeeld als ik een voorstelling maak. Anders stopt het niet en kom ik nooit tot een eindresultaat, omdat ik maar blijf fantaseren en freewheelen. Op de academie werken we ook naar een voorstelling toe. De meesten hebben nog nooit een pop gemaakt. Ik begeleid hen dan persoonlijk om hun figuur te maken en materiaalkennis op te doen. Het is altijd wel spannend, want geraken we op tijd klaar? Bij de academie zijn de volwassenen gemotiveerd, terwijl je die jonge gasten bij de workshops in de scholen soms wat in gang moet draaien. Nochtans zie je hen in het laatste uur ineens met van alles bezig zijn en hebben die plotseling allemaal een eindresultaat waar ze zelf verwonderd over zijn. (lacht) Daar doe ik het uiteindelijk voor.”
Het maken van de poppen voor Theater FroeFroe is een heel proces, waar verschillende mensen aan meewerken.
“Wanneer het idee er is voor een voorstelling, maak ik op basis hiervan de eerste schetsen voor hoe de figuren er gaan uitzien. Ik maak dan ook de poppen, iemand anders ontwikkelt daarna de kostuums. Als ik in mijn atelier aan de slag ben, babbel ik heel de tijd tegen mijn ontwerpen in spé. Zo van, beweegt die pop goed? Wat kan die? Is dit het karakter dat ze beschrijven of nodig hebben? Vaak stuur ik ook filmpjes door naar de regisseur om af te toetsen of de pop passend is voor de voorstelling. Je moet met veel rekening houden, want nadien moeten de poppenspelers die poppen ook kunnen dragen en bewegen. Daarom overleggen we en route vaak, over materiaalkeuze bijvoorbeeld. Het is best gestructureerd, iedereen moet een beetje anticiperen op de dingen die er al zijn of nog niet zijn. Het vraagt dus wel wat flexibiliteit.”
Hoewel Patrick zijn job enorm graag doet en het ook een groot onderdeel van zijn leven vormt, probeert hij op zoek te gaan naar de juiste balans tussen zijn werk en privéleven. Ook heeft hij nog meer dan genoeg dromen…
“Een job is een groot stuk van je leven, dus probeer dan ook op zoek te gaan naar iets dat je graag doet en je verheft. Dat begint al met onze opleiding, vind ik. Eigenlijk hebben we leraars nodig die niet zozeer het technische aanleren aan kinderen, maar het creatief denken en het out-of-the-box denken. Dat kan je gebruiken voor alles, ook in het latere leven. Het creatief denken maakt eigenlijk het verschil in het omgaan met denkprocessen. In het leven kom je zoveel obstakels tegen, dus hoe ga je daarmee om? Hoe kun je die met je brein oplossen of een wending geven of opentrekken? Misschien moeten ze dat als vak geven op school…
Ik merk met ouder worden dat ik mijn gezinsleven minstens even belangrijk vind. Dat evenwicht geeft zoveel voldoening en kracht om verder te doen met wat ik graag doe. Ik heb niet zoveel toekomstplannen, maar wil nog wel veel doen. (dromerig) Ik wil graag leren olieverf schilderen, of aquarellen.. Dan wil ik illustraties maken, of kinderboeken. Ik zou wel graag eens poppen in hout willen leren snijden. Of animatiefilms… Ik had wel muzikant willen worden. Dan zou ik bijvoorbeeld jazzpianist willen zijn en experimentele muziek willen maken. Maar dat is voor een volgend leven. (Lacht)”