Interview met Stephan Vanfleteren over ‘Atelier’
In fototempel HANGAR (Elsene/Brussel) loopt tot 21 december 2024 de tentoonstelling “Atelier” van Stephan Vanfleteren. Het is een niet te missen overzichtstentoonstelling van Stephans werk in zijn bekende, u raadt het al, atelier, waar hij zijn bekende beelden van talloze karakterkoppen nam, in verschillende graden grijs. Wij konden met Stephan alvast persoonlijk spreken en reflecteren over dertien jaar studiowerk.
De titel van je tentoonstelling “Atelier” is wel logisch, nu je ongeveer dertien jaar de meeste van je werken in dezelfde ruimte hebt gemaakt. Dat is een heel lange periode. Wil dit zeggen dat je de laatste tijd de wereld niet meer afreist?
Inderdaad, vele jaren was ik intens met persfotografie bezig in binnen en buitenland. Daarna heb ik enkele grote projecten gedaan en nu kan ik thuis komen, in de unieke studio waar ik al dertien jaar verschrikkelijk graag werk. Alle grote dingen die ik gedaan heb na de pandemie waren dicht bij huis. Ik heb veel meer de schoonheid in mijn huis en atelier gevonden.
Je studio is heel atypisch. Het laat uitsluitend daglicht binnen, is naar het zuiden gericht en bekleed met grijze doeken.
Dit soort studio is nu zo goed als niet meer aan de orde, er zijn geen batterij flitsen of lampen, projecties en decorstukken. Ik ga terug naar de studio van de vroegere fotografen en schilders die werkten met het bestaande daglicht en eventueel enkele lampen. Oude huwelijksfoto’s en vroegere communie portretten hebben dezelfde gelaagdheid. Het was het licht dat je bij de dorpsfotograaf vond, een autoriteit in de gemeente, een gerespecteerde vakman die in aanzien juist onder de pastoor, de dokter, de burgemeester en eventueel de brouwer stond. Nu is de fotograaf een parasiet en kan iedereen fotograferen.
Licht en grijs bepalen je werk volkomen.
Vooral het zuiderlicht bepaalt veel van de sfeer. Het kan ook zacht zijn met veel nuances, naargelang de stand van de zon waar wij rond draaien en het seizoen waarin we ons bevinden. Mijn grijs is veel meer dan zwart en wit. Er zijn ontzaglijk veel nuances in grijs en altijd zit er een kleurtje in dat je niet meteen merkt.
Het licht in mijn studio is een mirakel, ik noem het spiritualiteit en wetenschap, Maria en Einstein. (lacht) Fotografie is de laatste 20 jaar meer en meer een spel van techniek, bewerking, en manipulatie aan de computer geworden. Ik doe daar niet aan mee, ik ben een pure fotograaf! Veel techniek is aan mij niet besteed.
De opname maak je met je ogen, de hoofdrol is weggelegd voor enkel compositie, diafragma en de sluitertijd. Het werk achteraf is zeer elementair, een beetje zoals het vroeger in de donkere kamer gebeurde, maar dan op mijn scherm.
Nu je hoofdzakelijk thuis (Veurne) in je studio werkt, waar haal je de onderwerpen?
In mijn betrekkelijk grote studio (63m2) nodig ik mensen uit die mij aanspreken, die ik graag zie en zou willen fotograferen. Voor mij zijn het figuren die duidelijk belangrijk zijn in verschillende disciplines, zoals schrijvers, muzikanten, acteurs, kunstenaars, maar ook mannen en vrouwen van diverse pluimage. In de tentoonstelling zie je beelden van onder andere schilder Fred Bervoets, muzikanten Roland, Arno en Stromae, acteur jan Decleir en zelf de hand van Nick Cave.
Verder blijf ik ook zoeken naar eenvoudige zaken waar ik een “stilleven “ van kan maken. Een flesje op mijn tafel waar het licht op verschillende uren van de dag op schijnt, dat is best een foto waard. Een reeks stillevens, maar ik noem ze liever “Natures Mortes”, hangen in de tentoonstelling. Het zijn allemaal beelden van dode dieren die ik in mijn plaatselijke omgeving vond. Daarnaast krijg ik eveneens opdrachten van kranten, magazines en privé personen of organisaties.
Wat me ook opviel: in het maken van uw doordringende zwart-wit portretten heeft u naam en faam bereikt, maar uw zelfportret is er een met bewegingsonscherpte?
Uitzonderlijk zit er soms een kleurportret tussen zoals dat van Stromae. In portretten, daar kan ik mijn filosofie in steken. Daarin komt dan weer de pure fotograaf tevoorschijn: geen schoonheidsretouches maar de harde werkelijkheid in mijn eigen stijl. Mijn eigen portret met de zelfontspanner gemaakt bij schaars licht, bewijst dat het weinige licht de kracht van de beperking is en de geheimzinnigheid voedt.
Het boek “Atelier” die nu samen met de tentoonstelling, opnieuw, in de belangstelling komt is al een jaar uit !
Het is een mooie samenvatting van dertien jaar studiowerk. Het bevat ook meer foto’s dan de tentoonstelling, want naast het boek is het nu voor de eerste keer dat ik een selectie van dit werk in een galerie breng.
Er lopen hier ook kortfilms over u en uw werk, kan je daar iets over vertellen?
Enkel dat ze gemaakt zijn door Basile Rabaey, een visuele artiest uit Gent die bij mij in de studio twee kortfilms heeft opgenomen, die samen genomen een zestiental minuten duren. Hij tast de grens af tussen film en fotografie en verder kan ik alleen maar aanraden te komen kijken!
Na het bekijken van de filmbeelden ervaar je de stilte in het atelier, het grijze licht in de “werkplaats” dat zich soms verplaatst met de traagheid van de omwenteling van onze aarde en het geduld, de concentratie en de composities door de Meester zelf.
Firmin De Maître.
Als deel van de tentoonstelling hangt er een bescheiden tekstje van Stephan in het Engels. Vertaald naar het Nederlands krijgen we het volgende resultaat:
Atelier is een stille plek
Waar de toeschouwer en het bekekene
samensmelten tot één geheel
van skeletzwart
tot stom zwaanwit
op zoek naar ongrijpbaar licht
onbewust op zijn pad
botsend op het oppervlak
van kostbare dingen
zichtbaar door de
ondoorgrondelijke reflecties
gevangen en omarmd
door een man met een glazen oog
omgeven door zacht grijs
in een kamer waar tijd
niet bestaat
Kom je graag een kijkje nemen naar ‘Atelier’? Dat kan in HANGAR tot 21 december 2024. Het adres en de openingsuren van HANGAR zijn:
Kasteleinplein 18
1050 Brussel.
Open van woensdag tot zondag,
12.00 u tot 18.00 u